De eerste dag van de vakantie: wij zijn er niet goed in. Misschien zijn onze stresslevels nog te hoog, houden we gewoon niet van pakken en het rijden of valt zo’n eerste dag altijd nog wat tegen bij de hoge verwachtingen die je vooraf opbouwt: ‘Bijna vakantie, dan is alles beter’. Feit is dat we […]
Feit is dat we allemaal wat kortaf zijn en grote en kleine ruzies continu op de loer liggen.
Zo ook afgelopen zomer. Op weg naar de eerste bestemming leiden kleine onhandigheden tot irritaties en loopt de spanning per kilometer op. Onder het mom ‘laat ik eens de verstandigste zijn’ probeer ik de stemming te doorbreken. Ik vertel hoe ons gekibbel van net toch maar weer een fijn blog oplevert, haha!
‘Laten we onszelf niet te serieus nemen’, wil ik er nog bij zeggen. Maar daar krijg ik de kans niet toe, ik krijg direct een snauw als antwoord.
Ik zucht (niet te nadrukkelijk natuurlijk, die ruzies liggen uiteraard zelden aan mij) en leg uit dat ik probeerde er een draai aan te geven en er iets leuks van te maken.
In plaats van de gehoopte glimlach en begrip herhaalt manlief ‘dat ik er iets leuks van zou kunnen maken’. ‘Ja, dat zeg ik toch net?’, reageer ik, nu wel lichtelijk gepikeerd.
We laten het voor wat het is. Omdat het me toch dwars blijft zitten vraag ik bij de volgende stop wat er nu gebeurde.
Tot mijn stomme verbazing vertelt hij dat hij juist wél met me meedacht. Ook hij probeerde de knop om te zetten. En deed dat door mijn idee van ‘er iets leuks van maken’ te bevestigen. Hij was alleen nog niet begonnen, of hij kreeg van mij een snauw om zijn oren.
Ik was zo bezig geweest met welles-niettes en tegen-stand, dat ik zijn meedenken helemaal had gemist. Ik reageerde gepikeerd, alleen maar door mijn eigen verwachting: namelijk dat alles wat hij zou zeggen ’tegen’ was.
Ik bekeek en beluisterde zijn gedrag vanuit wat ik verwáchtte op dat moment.
Het vraagt heel wat om door te gaan als je vol goede moed als je allesbehalve bemoedigende reacties krijgt.
Doe je de moeite om je gekrenkte trots aan de kant te zetten, heb je alles bij elkaar geraapt om iets nieuws te proberen… en dan krijg je allesbehalve bemoedigende reacties. In eerste instantie in elk geval. In ons boek Veranderen 3.0 is dit de voornaamste reden dat we het principe ‘geduld en volharding’ hebben opgenomen.
Zo ontmoette ik eens MT-lid Johan, een manager met veel te veel taken op zijn bord. Hij vertelde dat hij het moeilijk vond om taken te delegeren. Zijn team had daar uiteindelijk last van: hij was soms wat kort door de bocht en gehaast. Dat hadden ze hem verteld.
Om zichzelf uit te dagen, besloot hij wat vaker ‘nee’ te verkopen. In plaats van bemoedigende reacties, reageerde het hele team gepikeerd door zijn ‘nee’s. In plaats van de situatie te verbeteren, kreeg Johan het gevoel dat hij alles erger maakte en stopte er snel weer mee. Wat voor de langere termijn zeker niet handig was.
Hoe kun je dit nou voorkomen, en toch iets ‘nieuws’ uitproberen?
Op zich helpt het al om te weten dat anderen er niet van uitgaan dat je ‘ineens’ iets anders gaat doen. En daarmee ben je er nog niet.
Daarom drie tips voor als jij, of iemand in je omgeving, ook gaat experimenteren met ander gedrag.
Zodat je hopelijk wel doorzet en door de eerste, meest ongemakkelijke fase heen komt. Daarna wordt het echt gemakkelijker.
Tip 1. Wapen jezelf een beetje
Zorg bijvoorbeeld voor iemand bij wie je even stoom kan afblazen of bij wie je verhaal kan halen. Zoals een boks-coach de bokser opvangt als hij klappen heeft gehad. En zorgt dat ie toch weer de ring in gaat.
Tip 2. Maak de stappen klein
Denk aan een keer per dag in een gesprek iemand een compliment geven, wanneer je doel is te werken naar een meer opbouwende sfeer. Wil je de slag maken naar meer initiatief? Kijk dan eerst eens naar wat er al gebeurt en zet al bestaande initiatieven volledig in het zonnetje voor je een heel innovatieprogramma invoert. Misschien blijken omvangrijkere acties helemaal niet meer nodig te zijn. En anders heb je gezorgd dat eerst de grond eens goed rijp is.
[…] Wendy Nieuwland Gewoonaandeslag.nl […]