Vol enthousiasme loopt een van de deelnemers van een bergkamp naar de leidster: ‘We hebben zooooo’n mooie tocht gemaakt vandaag! We zijn met de kids een paar ijsvelden overgestoken, prachtige uitzichten gehad zonder dat het mega-zwaar was, het was echt te gek. Zal ik vanavond bij het kampoverleg voor de kinderen eens wat vertellen over de […]
Vol enthousiasme loopt een van de deelnemers van een bergkamp naar de leidster: ‘We hebben zooooo’n mooie tocht gemaakt vandaag! We zijn met de kids een paar ijsvelden overgestoken, prachtige uitzichten gehad zonder dat het mega-zwaar was, het was echt te gek. Zal ik vanavond bij het kampoverleg voor de kinderen eens wat vertellen over de tocht, de materialen, de techniek enzo?’
Zijn ogen sprankelen.
Met zijn ogen zegt hij net zoveel als met de woorden die hij gebruikt. Tsjonge, wat heeft hij er zin in!
Maar met ieder woord zakken de -toch al afhangende- schouders van de kampleidster verder richting grond.
Het eerste geluid dat aan haar ontsnapt is een langgerekt ‘pffff…..’.
Op de voet gevolgd door: ‘Nee hoor, dat zie ik gewoon echt niet zitten. Het is zo’n druk seizoen geweest!’
De enthousiaste wandelaar doet nog een poging door aan te geven dat de leidster er echt niets aan hoeft te doen. Maar het zit er niet in, ze kan het niet horen. Zwaar teleurgesteld loopt de man terug naar zijn eigen stekkie, de kampleidster met een oververhit hoofd achterlatend: ‘Ook dat nog’, je ziet het haar denken. Zij is degene die verantwoordelijk is en alles moet regelen. En ze is moe van al het gedoe.
Wij zitten met een flesje wijn op tafel, boekje voor de neus, voor onze hut op het naastgelegen veld te genieten van de middagzon. We bekijken het tafereel dat zich naast ons voltrekt met verwondering.
Binnen twee tellen is het initiatief, dat ook nog eens perfect past binnen de filosofie van zo’n bergkamp, volledig teniet gedaan. En vergeet het maar dat deze man nog een keer met een idee gaat komen, hij kijkt wel uit!
Ik bedwing mijn neiging om op te staan en de suggestie te doen dat zij vanavond lekker vroeg naar bed gaat en het hele kampoverleg aan de enthousiasteling overlaat. Gewoon, voor een keer. Eens zien wat er dan gebeurt. Ik gun het haar en ik gun het de groep.
Helaas is het een maar al te herkenbare situatie in organisaties.
We komen maar wat vaak managers of projectleiders tegen die zich tot taak hebben gesteld ‘alles in goede banen te leiden’. En daarbij verdrinken in al het gedoe dat erbij komt kijken. Niet alleen om alles te regelen, maar omdat zij degenen zijn die alle touwtjes aan elkaar knopen zijn zij, logischerwijs, ook degenen waar iedereen naartoe gaat als ze ergens iets op aan te merken hebben.
Met, net als bij het bergkamp, als gevolg dat de initiatieven snel uitsterven, zonder door te hebben dat ze daar zelf mede oorzaak van zijn. Waarop we dan als agendapunt tijdens een volgend overleg zien verschijnen: Gebrek aan initiatief in de organisatie, ‘omdat we toch eens moeten analyseren hoe we hier wat meer beweging in kunnen krijgen’. Tja…
Merk je ook dat er bij jullie te weinig initiatieven doorkomen? Of ben je al het gedoe zat?
Bekijk jezelf dan ook eens van een afstandje. Stel je voor dat jij heerlijk ontspannen, wijntje erbij, toekijkt naar wat er bij jou gebeurt.
Wat gun jij jezelf, als je er zo van een afstandje naar kijkt?
Beantwoord de vraag voor jezelf, maar laat het niet bij het bedenken wat je jezelf zou gunnen. Doe het gewoon!
Probeer het op zijn minst een keer uit en zie wat er dan ontstaat. Misschien krijg ook jij wel veel meer van wat je wilt, net als de kampleidster van het bergkamp.
Bereid je wel even mentaal voor, niet alles wat je ineens anders doet valt direct in goede aarde. Lees daar nog even het blog: ‘Probeer ik iets anders, krijg ik een snauw terug’ op na. En houd het niet bij een keer uitproberen, maar leer van de ervaringen en ga door.