Hijgend kijk ik om me heen. Overal bomen, bladeren en kronkelige paadjes. Het bospad waar ik op sta is vol stenen en gaat stijl naar beneden. Lichte paniek kruipt langzaam langs mijn benen omhoog. Oh, nee! Ik zie het niet. Ben ik alweer verdwaald? In mijn jonge jaren ben ik een keer serieus verdwaald. Met […]
Hijgend kijk ik om me heen. Overal bomen, bladeren en kronkelige paadjes.
Het bospad waar ik op sta is vol stenen en gaat stijl naar beneden. Lichte paniek kruipt langzaam langs mijn benen omhoog. Oh, nee! Ik zie het niet. Ben ik alweer verdwaald?
In mijn jonge jaren ben ik een keer serieus verdwaald. Met als gevolg dat ik de nacht doorbracht in de Australische Blue Mountains. Alleen. Nou ja, met rugzak en lege telefoon.
Sindsdien weet ik dat ik heel goed ben in verdwalen.
Nu, in de bossen van Spa, ben ik gelukkig niet alleen. Maar ook m’n lief kijkt zoekend om zich heen. Waar is dat stomme bordje?
Met zo’n twaalf kilometer van de trailrun achter de kiezen en nog dik twaalf te gaan, lijken we ergens een afslag te hebben gemist.
Ineens schalt het: ‘Ja! Daar!’ door het bos. Eindelijk zien we de markering van de route. Op de boom recht voor ons. Net boven ons hoofd.
Typische gevalletje ‘open deur’.
Wat je zoekt staat vaak genoeg recht voor je neus. Omdat veranderprocessen verdacht veel lijken op het echte leven, komen we ook daar veel ‘open deuren’ tegen.
Denk maar aan:
‘Nee, we hebben het verbeterplan nog niet echt besproken, er is wel een memo uitgegaan. Die is zo helder, dat zal geen vragen oproepen.’
‘Ja, nee, we willen gewoon naar zelfsturing. Randvoorwaarden als budgetverantwoordelijkheid? Nee, daar hebben we het nog niet over gehad. We zijn vooral bezig met de nieuwe indeling van de teams.’
‘Jaja, je bedoelt dat ik ga vragen wat zij nodig hebben van onze afdeling en dat we dus niet meer onze ideeën gelijk uitwerken? Ook niet als het echt goede ideeën zijn…?’
‘Met hem bespreken dat het niet goed gaat in zijn nieuwe rol? Ik zat meer te denken aan een ontwikkelassessment eerlijk gezegd. Juist ook omdat hij voor de gewenste verandering op zo’n sleutelpositie zit.’
Meestal worden deze open deuren alleen niet gebruikt. Sterker nog, het lijkt wel dat omdat het een open deur is, je er langs loopt.
Op zoek naar een dichte deur.
Liefst een dikke branddeur, waar je eerst een Da Vinci Code op moet loslaten om ‘m open te krijgen.
Waarom toch?
- De voldoening van het kraken van een ingewikkelde code en dan daarachter het Walhalla vinden?
- Zonder moeite geen succes?
- Het excuus dat het nu eenmaal heel ingewikkeld was als het niet lukt?
- Misschien ook wel een beetje ego: ‘Als het zo simpel was, hadden we het allang gedaan’?
- En soms ook gewoon omdat je een open deur niet goed kunt zien als je al half in de deuropening staat.
Het leuke van die open deuren is dat je er vrij makkelijk doorheen kan lopen met snel effect als gevolg.
En het lastige is dat je ze vaak niet zo een-twee-drie ziet. Omdat het bijna te simpel is om te bedenken. Of je ziet ze wel, maar laat ze links liggen omdat ze teveel voor-de-hand liggen.
Drie tips om meer gebruik te maken van open deuren:
- Doe een stap achteruit: zorg dat je soms ook even niet bezig bent met het vraagstuk van de verandering
- Zorg voor meerdere ogen, oren en hersenen om mee te sparren. Vooral mensen die er ‘in’ zitten zoals jij. Vraag hen eventueel: wat is de meest voor de hand liggende open deur die ik over het hoofd zie?
- Zorg voor een goede verander-begeleider, iemand die niet zelf onderdeel is van het systeem (want die ziet ze niet). Iemand die jij vertrouwt en die jou de spiegel voor kan houden.
Ps. je had zelf ook al wel door dat deze drie tips open deuren zijn, toch? Dus ga het gewoon doen, loop door die open deur! En merk het verschil.
Leuke post. Inderdaad, lijkt verdacht veel op eh.. alles 😉
Dank, Kitty, voor je compliment.
Jaja, bij Gewoon aan de slag hebben we niet alleen organisatiewijsheid om te delen maar ook levenswijsheid 😉