Tips over organisatieverandering? Meld je aan voor onze Nieuwsbrief en krijg een gratis hoofdstuk uit Verandering 3.0

Wat doe je met de monsters in je organisatie?

‘Mamaaaaaa…. Er zitten monsters in mijn kamer!’ Met gepaste tegenzin komt Miriam uit bed om haar jongste zoon Jonas te troosten en gerust te stellen. ‘Kijk maar schat, ik doe het licht aan en we kijken samen onder het bed en in de kast met de zaklamp. Zie je? Geen monsters. Ga maar weer lekker […]

‘Mamaaaaaa…. Er zitten monsters in mijn kamer!’

Met gepaste tegenzin komt Miriam uit bed om haar jongste zoon Jonas te troosten en gerust te stellen. ‘Kijk maar schat, ik doe het licht aan en we kijken samen onder het bed en in de kast met de zaklamp. Zie je? Geen monsters. Ga maar weer lekker slapen. Denk maar aan leuke dingen.’

Licht nasnikkend valt Jonas na een half uurtje weer in slaap, zijn verzameling knuffelberen stevig in zijn armen geklemd.

Dit is al de vierde nacht op rij deze week. En de weken daarvoor was het ook af en aan.

Het wordt eerder erger dan minder.

Als het de vijfde nacht wéér raak is, gooit Miriam het, meer uit wanhoop dan weloverwogen, over een andere boeg. Ze stapt de kamer van haar uit z’n tenen snikkende zoontje binnen en verzucht: ‘Goed. Jonas, die monsters in je kamer. Wat voor monsters zijn dat en waar zitten ze?’

Jonas gaat nog harder huilen. Maar als Miriam hem stevig vasthoudt, fluistert hij in haar oor: ‘Het zijn er drie, mama. En ze verplaatsen zich. Nu zit er een hier vlakbij aan het voeteneind. Ze zien er heel eng uit, met griezeltanden en een vieze vacht.’

Ze vraagt door: ‘Hé, en als ze hier dan elke keer in jouw kamer komen hè, wat zouden ze dan eigenlijk willen dat er gaat gebeuren?’

Hier moet Jonas wat langer over nadenken. Hij was zo hard bezig geweest met de monsters weg krijgen of zichzelf te verstoppen, dat hij nog nooit stil had gestaan bij wat ze eigenlijk komen doen. Anders dan hem bang maken.

Na een tijdje zegt hij: ‘Ik denk dat ze gewoon een beetje willen spelen, dat ze zich soms eenzaam voelen. Maar ik vind het helemaal niet leuk, hoe zij spelen.’

‘Goed, zullen we dan ’s kijken of we kunnen vragen of ze ook op een andere manier kunnen spelen?’, vraagt Miriam.

Samen gaan ze in gesprek met de monsters, waarbij Jonas steeds vertelt hoe de monsters, die tenslotte alleen hij kan zien, reageren. Hij is niet langer bang voor ze. Sterker nog, hij vindt hun gezelschap ’s nachts eigenlijk best prettig.

In organisaties hebben we ook vaak last van monsters onder het bed.

Daar zijn het de voorvallen-waar-we-het-hier-niet-over-hebben. Verhalen uit de oude doos waar alleen aan het eind van uit de hand gelopen borrels naar wordt getipt. Aantijgingen en vermoedens van corrupte bazen, onrechtmatige deals of grensoverschrijdend gedrag in het verleden. Disfunctionele patronen waarvan iedereen weet dat ze er zijn, maar die iedereen maar laat voor wat ze zijn. Uit angst voor wat er allemaal opengetrokken wordt als je ze aangaat.  

En net als Miriam proberen we deze monsters vooral te negeren. Vanuit het idee dat ze wel verdwijnen als je er maar geen aandacht aan schenkt. ‘Denk maar aan leuke dingen.’

 

david-brooke-martin-2pq78x1a18w-unsplash

 

Maar monsters zijn monsters, met hun unieke monsterachtige trekjes. Waaronder dat ze zich op de meest onmogelijke momenten toch weer laten zien. Die laten zich niet negeren of wegdenken. Daar worden ze alleen maar sterker van.

De niet-afgeronde verhalen uit het verleden maken dan bijvoorbeeld dat medewerkers zich niet uit durven te spreken over wat er wel en niet lekker loopt in jullie verandertraject. Dat bepaalde mensen ontzien worden, want ‘daar is iets aan de hand’. Het wordt dan spannend om zelfs maar het midden van je tong te laten zien, laat staan het achterste. Juist omdat je allemaal wel weet dat er ‘iets’ is of was, maar dat niemand weet wat voor ‘iets’ dat dan is. Want dat is precies wat je aan het vermijden bent.

De enige manier om van de monsters af te komen, is om ze vol aan te kijken.

Dat geldt niet alleen voor de monsters die Jonas nachtmerries bezorgen, maar ook voor jullie organisatiemonsters. Dat is natuurlijk hartstikke spannend. Het is niet voor niets dat iedereen er op zijn tenen omheen tippelt. Dat vraagt nogal wat.

Het vergt moed. Van iedereen die het aangaat, zowel medewerkers als leidinggevenden. De bereidheid om het aan te gaan, ondanks dat het spannend is. Het helpt al als je beseft en hardop benoemt dat het spannend is, en dat niet bagatelliseert.

Net zoals Miriam Jonas goed vasthield voor hij de monsters kon aankijken, is het aan jou als leidinggevende om die veilige ruimte te scheppen om het erover te hebben. Te voelen dat als er iets naars gebeurt als je de monsters gaat benoemen, je wordt beschermd. ‘Holding Space’, in goed Nederlands. Een ruimte waarin alles wat er is er mag zijn, waarin niet geoordeeld wordt en die begrensd is in de tijd: wat we hier bespreken, blijft ook hier tenzij je expliciet toestemming hebt om er iets over te vertellen.

Rituelen helpen om die veilige ruimte te bieden.

Zeker als het gaat om het verkennen van oude thema’s. Om na te gaan wat nog meeloopt uit het verleden, maar misschien geen plek meer hoeft te hebben in de toekomst. En dus om monsters maar eens vol in de aandacht te brengen en de functie die ze hadden of nog steeds hebben te onderzoeken. Om te onderzoeken hoe je er het best mee verder kunt. Denk aan kampvuurgesprekken waarin alles wat nog gezegd moet worden, gedeeld wordt. Of met elkaar het onderzoek induiken over hoe de monsters hebben kunnen ontstaan. Om er vervolgens letterlijk een streep onder te trekken en door te gaan, maar dan wel mét de erkenning van het verleden en de geleerde lessen op zak.

Vanuit de wetenschap dat monsters monsters zijn, kun je vervolgens stapje-voor-stapje aan de slag gaan. Langzaam opbouwen van het vertrouwen dat het wel ok is om hier zaken te benoemen die beter kunnen. Dat je kop er niet meteen af wordt gehakt als je kritiek uit. Oefenen met hoe je die kritiek ook op een goede manier kunt uiten zodat er geen nieuwe monsters ontstaan.

Geef mensen daarbij wel de ruimte om hun eigen tempo te bepalen.

Het belangrijkst is dát er stappen vooruit worden gezet. Waar het voor de één al heel spannend is om in een bila te vertellen dat je het best lastig hebt, werkt het voor de ander beter om tijdens het voortgangsoverleg te bespreken dat zij denkt dat er onvoldoende steun van de directie is om het traject tot een goed einde te brengen. Het één is niet meer waard dan het ander. Onderzoek en bespreek met elkaar wat voor jullie goede eerste stappen zijn. En blijf in gesprek over hoe die stappen zijn gegaan en wat de volgende stappen zijn. Dat is waar de verandering plaatsvindt.

Dan blijkt dat de monsters een belangrijke functie vervullen.

Ze zijn niet alleen vervelende sta-in-de-weg’s voor dat wat jullie met elkaar proberen te bereiken. Ze hebben informatie over wat in jullie organisatiesysteem speelt. Informatie die niet altijd makkelijk is, maar wel een belangrijke rol speelt in hoe het reilt en zeilt in jullie organisatie. Wantrouwen zorgt ook voor een gezonde mate van scepsis en voorzichtigheid. Het voorkomt dat jullie je met oogkleppen op in onbezonnen avonturen storten.

Het monster van het grensoverschrijdende gedrag in het verleden biedt informatie over het gebrek aan grenzen dat hier in het verleden getrokken werd. Grenzen die wel hard nodig zijn om goed en veilig te kunnen functioneren. Niet alleen om opnieuw grensoverschrijdend gedrag te voorkomen, maar bijvoorbeeld ook om duidelijkheid te scheppen over wie hier nu eigenlijk wat te doen heeft, wie waarover mag beslissen, wat jullie van elkaar verwachten en tot waar de ruimte voor eigen invulling gaat bijvoorbeeld.

Door de monsters aan te kijken en er, in jullie eigen tempo, mee aan de slag te gaan, kunnen jullie eindelijk ook deze onontgonnen informatiebronnen gebruiken. En enorme slagen slaan in jullie ontwikkeling.

Dus: welke monsters verschuilen zich in jullie organisatie, en wat is er bij jullie nodig om de monsters aan te kijken?

Wij komen graag met je mee op onderzoek uit. Zaklamp en neutral zones zijn standaard onderdeel van onze uitrusting.

So who you’re gonna call….?


Lees ook het blog: Het TOM-TOM effect – hoe je innerlijk ethisch kompas stopt door dwang

Of bekijk de video: Waarom je onzeker voelen essentieel is als je leidinggeeft aan verandering

 

print dit artikel

Thema: inzichten en inspiratie over hoe je leiding kunt geven in & aan verandering.
Meer over dit thema

Eigenaarschap: het centrale principe in Veranderen 3.0. Overal & altijd.
Meer over deze van de 7 essentiële principes over Veranderen 3.0

About the author

Wendy Nieuwland is een van de partners van Gewoon aan de slag en mede auteur van het boek ‘Veranderen 3.0 - zeven essentiële principes voor organisatieverandering van binnenuit.’

Leave a Reply


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.