Ze kijken bang naar me, de mensen om me heen. Ik kijk woest terug. Ik mompel hardop. “Waar zijn die stomme kaarsen gebleven? En wat hebben ze gedaan met de fietslampjes? Oh, nee… Al het speelgoed staat door elkaar…” Ik ben in ‘De Nieuwe Hema’. De Hema die de Hema probeert na te doen. Alles […]
Ze kijken bang naar me, de mensen om me heen. Ik kijk woest terug.
Ik mompel hardop.
“Waar zijn die stomme kaarsen gebleven?
En wat hebben ze gedaan met de fietslampjes?
Oh, nee… Al het speelgoed staat door elkaar…”
Ik ben in ‘De Nieuwe Hema’.
De Hema die de Hema probeert na te doen.
Alles is veranderd. Ik kan niets meer terugvinden.
Bloed-irritant is het. Zonder aankoop loop ik de winkel uit.
En dan moet ik heel hard lachen. Hardop. Kijken ze me weer raar aan.
Ik ben blijkbaar een veranderbegeleider die niet van verandering houdt.
Wat een absurde paradox.
Ineens valt het kwartje: ik vind verandering op zich prima. Zolang ik er maar zelf in kan meebepalen. Als ik het maar mee vorm kan geven.
Als de Hema me had gevraagd om mee te denken over het assortiment en de inrichting, dan was mijn aversie een stuk kleiner geweest. Hoe meer ik er bij betrokken was geweest, des te minder last ik ervan zou hebben gehad.
Het is logisch dat er irritatie ontstaat als alles voor je is bedacht.
Betekent dit voor (organisatie-)veranderingen dat iedereen dus altijd overal over moet meedenken of beslissen?
Nee, natuurlijk niet! Stel je voor dat de Hema al haar klanten bij de nieuwe indeling en productrange betrekt. Dat wordt een puinhoop. Daarbij heeft de Hema zélf haar koers te bepalen.
Dus wat doe je wel wanneer je een verandering wilt, als het zelfs nodig is? Als de medewerkers tevreden zijn, gemotiveerd en betrokken?
Dan stel je heldere kaders, samen met je team.
En ga binnen díe kaders na wie waarbij moet worden betrokken.
In het geval van de Hema zijn kaders bijvoorbeeld:
- we moeten het concept van onze winkel veranderen
- de look & feel moet een frissere uitstraling krijgen
- bepaalde producten gaan eruit
- nieuwe producten komen in de winkel te liggen
- de nadruk komt op andere producten te liggen, we gebruiken de laatste inzichten over koopgedrag van consumenten anno nu
- de afmeting van de winkel blijft zoals het is
Binnen het kader ‘nieuwe producten komen in de winkel te liggen’ bijvoorbeeld kijk je wie hierbij betrokken zijn: welke medewerkers? Klanten? Een testpanel? Wie heeft hier waardevolle kennis over?
Op deze manier wordt de verandering ook van de medewerkers.
Die meedenken over hoe de verandering wordt vormgegeven. Ze worden betrokken, er wordt niet over hen beslist.
Bespreek vooraf wel met degenen die je betrekt vooraf de wederzijdse verwachtingen.
Zowel over de inhoud, over het proces als ook over de sfeer waar binnen dit gebeurt.
Verbind de input van het team en je medewerkers die je krijgt direct aan de praktijk: hoe kunnen we dit toepassen?
Ga er gewoon mee aan de slag. En organiseer daarna feedback: wat werkt wel aan het idee, wat ook niet?
Op die manier ben je samen jullie ‘nieuwe Hema’ aan het vormgeven. En dat werkt!
Ja, maar is dat niet wat er gebeurd is bij de Hema, denk je? Denk je dat ze niet hebben getest?
Ik vind ze ook alleen maar achteruitgaan. De dames t-shirts passen niet goed meer en blijken sinds mijn laatste aankoop opeens doorschijnend.
Hi Kitty,
Dat weet ik eerlijk waar niet. Wat ik wel weet is dat ik meerdere mensen om me heen hoor die vroeger veel bij de Hema kochten en nu niet meer. Misschien willen ze bewust een andere doelgroep. Hoor ik er gewoon niet meer bij. Mooie parallel naar organisaties: dan is het dus tijd om afscheid te nemen van elkaar.
Of Hema is zo leeggeroofd de laatste jaren (want dat is het) dat het water ze na aan de lippen staat en dat ze maar wat doen. Geen leuk design meer, matige kwaliteit, van alles een beetje (food). Doodzonde.
PS Bestaat mismanagement ook in jullie terminologie? 😉
Ja, en nee. Ja, het is er. Er zijn genoeg voorbeelden om ons heen. Ik zou zelf ook genoeg fouten maken in een dergelijke positie.
Tegelijk zegt de idealist in mij dat het niet zou hoeven te bestaan. Het blijft mij boeien hoe het dus kom dat er soms echt mismanagement is. Hoe ontstaat het, hoe blijft het in in stand en hoe zou het binnen de context van de organisatie anders kunnen?
Een soort paniekvoetbal bedoel je? Als dat het geval is, zou dat inderdaad heel erg zonde zijn. Dat brengt een lastige catch 22 met zich mee: stoppen met paniekvoetbal vraagt afstand, rust en bezinning. Maar als het water je aan de lippen staat, is dat niet eenvoudig. Die tijd heb je dan helemaal niet.
Ik zou bijna uit sympathie bij ze gaan kopen. Bijna hè?