Context Gea is inkoper op het hoofdkantoor van een internationale handelsorganisatie. Ze heeft een paar jaar terug een opleiding afgerond, waardoor ze promotie heeft gemaakt tot senior. In het begin werkte ze er knetterhard aan om te voldoen aan alle nieuwe verantwoordelijkheden en eisen. Het afgelopen jaar zit ze er echt lekker in. Ze stijgt […]
Context
Gea is inkoper op het hoofdkantoor van een internationale handelsorganisatie. Ze heeft een paar jaar terug een opleiding afgerond, waardoor ze promotie heeft gemaakt tot senior. In het begin werkte ze er knetterhard aan om te voldoen aan alle nieuwe verantwoordelijkheden en eisen. Het afgelopen jaar zit ze er echt lekker in. Ze stijgt boven de stof uit, pakt er nieuwe projecten bij op en heeft twee nieuwe medewerkers zelfstandig ingewerkt.
Vol vertrouwen gaat ze haar beoordelingsgesprek aan. Tot haar verbazing krijgt ze, net als eerdere jaren, niet meer dan een ‘goed’ als beoordeling. Nog los van de financiële extraatjes die ze daarmee misloopt, voelt ze zich totaal niet gezien in haar harde werk. Dus vraagt ze na hoe dit zit.
Als antwoord krijgt ze:
‘Ja, je hebt eigenlijk ook wel een ‘uitmuntend’ verdiend, maar daar mogen we er maar twee per team van geven. En die hebben we al vergeven. Vandaar.’
Fractaal van het patroon
In deze internationale organisatie wordt alles op basis van cijfers en KPI’s aangestuurd. Ontzettend helder, dat wel. De keerzijde, zoals deze uitspraak laat zien, is dat deze bedachte werkelijkheid – uitgedrukt in cijfers – bepalender is dan wat er daadwerkelijk gebeurt. ‘Computer says no ’, zouden ze in Little Britain hebben gezegd. En daarmee is het dan ook afgedaan.
Een team waarin meer dan twee mensen het gewoon supergoed doen, wordt daar niet op beloond. Want een team kan blijkbaar volgens de normen niet bovengemiddeld presteren.
Dit leidt ertoe dat die echt goede mensen gauw vertrekken. Waarmee het team inderdaad uiteindelijk niet meer dan middelmatig zal presteren.