Context We zitten middenin de terugkoppeling van een belevingsonderzoek bij een non-profit organisatie. Een van de meest gehoorde klachten is het gebrek aan saamhorigheid. Tot nu toe wist men niet van elkaar dat anderen hier ook tegenaan lopen. Mensen spraken het ook niet uit omdat ze bang waren om daarop afgerekend te worden. De opluchting […]
Context
We zitten middenin de terugkoppeling van een belevingsonderzoek bij een non-profit organisatie. Een van de meest gehoorde klachten is het gebrek aan saamhorigheid.
Tot nu toe wist men niet van elkaar dat anderen hier ook tegenaan lopen. Mensen spraken het ook niet uit omdat ze bang waren om daarop afgerekend te worden. De opluchting dat dit nu eindelijk eens hardop wordt uitgesproken is voelbaar.
Men is het er over eens: we moeten meer met elkaar uitwisselen, en samen zorgen dat we wat meer overzicht en rust in de tent krijgen.
En dan is het tijd voor een break. We hebben het woord ‘koffie’ nog niet uitgesproken of iedereen verdwijnt in zijn eigen telefoon. ‘Even snel die mailtjes beantwoorden/de agenda checken/ een telefoontje doen’ … en weg is iedereen.
Fractaal van het patroon
De medewerkers, samen met de leidinggevende, laten direct en precies zien waar ze zo’n last van hebben: er is nooit even gewoon rust.
Ze laten zich enorm door de waan van de dag leiden, waardoor ze ook niet even de koppen bij elkaar steken.
En juist daardoor lukt het zo ook maar niet om samen het overzicht te krijgen dat ze nodig hebben om slimme keuzes te maken en die rust te krijgen.
Zelfs niet als ze net merken hoe belangrijk het voor ze is om dit eindelijk te erkennen. ‘Het moet wel, maar nu eerst even dit…’