‘Ik stop ermee’, staat in de pop-up die rechtsboven in mijn scherm verschijnt. Nieuwsgierig open ik de mail direct. Een collega-ondernemer kondigt aan te stoppen met het schrijven van nieuwsbrieven. Omdat het afleidt van wat hij nu echt wil doen: een nieuw boek schrijven. Stoere move, afscheid nemen van een van de basale manieren om contact te onderhouden met zijn netwerk. Bewust kiezen om te stoppen vraagt lef. En […]
‘Ik stop ermee’, staat in de pop-up die rechtsboven in mijn scherm verschijnt. Nieuwsgierig open ik de mail direct. Een collega-ondernemer kondigt aan te stoppen met het schrijven van nieuwsbrieven. Omdat het afleidt van wat hij nu echt wil doen: een nieuw boek schrijven. Stoere move, afscheid nemen van een van de basale manieren om contact te onderhouden met zijn netwerk.
Bewust kiezen om te stoppen vraagt lef. En de overtuiging dat het je iets anders gaat opleveren.
Met de (eerste) lockdown stopten noodgedwongen allerlei tijdverslinders. Zowel de vervelende als de leuke. Voor mij betekende het dat mijn reistijd naar kantoor of klanten een tripje de trap op werd. Langs de lijn op zaterdag was er niet meer bij. Net als op en neer naar Engeland.
Netwerkbijeenkomsten vervielen, teammeetings beperkten we tot een paar online blokken op een dag, terwijl we daar eerder van acht tot zeven mee zoet waren. Helaas vielen hele opdrachten (tijdelijk) weg, terwijl we andere volledig online uitvoerden met alle tijdbesparing van dien.
De vrijgekomen tijd bracht ik zoveel mogelijk buiten door. Lekker sporten, hoofd leegmaken en weer nieuwe ideeën opdoen. Duidelijk niet als enige. Mijn fietsenmaker vertelde dat hij nog nooit zo druk gehad met het oplappen van fietsen die al jaren stonden te verroesten in een vochtig schuurtje. Wandelschoenen en hardloopkleding vlogen de schappen bijna net zo hard uit als wc-papier.
In de avonden spraken we vrienden die we al veel te lang niet hadden gezien, tijdens een online kaartavondje of borrel. En kwam ik eindelijk aan die stapel boeken toe.
Met vele anderen verzuchtte ik: dít is wat écht belangrijk is.
Tijd en aandacht voor de mensen die me het meest dierbaar zijn en in de natuur zijn. Wat ik al jaren wilde, maar waar ik steeds excuses voor had. Veel te druk met alle verplichtingen.
Net als organisaties die we begeleiden in veranderprocessen altijd heel goede redenen hebben waarom het nú nog even niet kan. Hoe vaak horen we niet: ‘We willen het echt, moéten zelfs. Maar het is nu zo hectisch, dat we er gewoon niet aan toekomen’?
Maar is dat echt zo?
Nu we noodgedwongen gestopt zijn, ook al is het maar tijdelijk, met allerlei verplichte nummers, merken we ook dat je een heel aantal van de dingen die we gewend zijn te doen, misschien wel niet nodig zijn. En dat de boel niet instort als die wegvallen. Sterker nog: dat daarmee zichtbaarder wordt wat er echt toe doet.
We zijn er zelf meer bij dan we dachten. Ook in organisaties.
In het niet ter discussie stellen van wat we nu eenmaal gewend zijn, kiezen we ook.
Om wat er nu eenmaal is, te laten bestaan, Ook als dat in de weg staat van wat we belangrijk vinden.
Agenda’s proppen we vol -en laten we volproppen- met van alles wat we belangrijk hebben gemáákt. Omdat elke dag voor 9:00 op je werk verschijnen om er op zijn vroegst om 17:00 de deur weer uit te lopen de mores geworden was. Net als de vele vergaderingen, projecten, procedures en uitjes.
Maar waarom doen we dat?
Omdat we simpelweg niet genoeg stilstaan bij vragen als: ‘Hoe belangrijk vinden we dit?’, ‘Moet het echt zo, of kan het ook anders?’
Omdat we soms zelfs de vraag die hiervoor ligt: ‘Wat vinden we met elkaar echt belangrijk?’ niet beantwoorden. Vaak door hetzelfde tijdgebrek.
De kans om dit te heroverwegen is ons nu gegeven, van buitenaf.
Maar ook zonder corona of soortgenoten kunnen we ons deze vragen blijven stellen, van binnenuit. Voor je eigen werkpakket, maar ook voor wat je in de afdeling of organisatie doet. Daar is niet eerst een van buitenaf opgelegde lockdown voor nodig.
Laten we de ervaring die we in dit bijzondere jaar hebben opgedaan gebruiken om hier verandering in te brengen. Eens in de zoveel tijd de tijd nemen om te bedenken wat je echt belangrijk vindt, waar je naartoe wilt werken. Kiezen voor wat je daarvoor gaat doen en wat je daarvoor ook gaat láten. Wat je niet meer doet.
Zie het als een lente-schoonmaak. Even de frisse wind er doorheen.
Prik je momenten om te bedenken wat je echt belangrijk vindt (met elkaar). Om daarvanuit op te ruimen wat je allemaal niet (meer) nodig hebt, waar niemand energie van krijgt. Te kiezen voor wat je echt belangrijk vindt. Daar tijd en ruimte voor maken. Door ook rigoureus te stoppen met wat daar niet bij hoort en weg te gooien wat je niet nodig hebt.
Zelf ga ik niet meer stad en land afreizen voor ieder gesprek of zelfs iedere sessie. Ik kan gericht kiezen om af en toe vanuit huis te werken als ik zin heb om tussen de bedrijven door een rondje te lopen of fietsen. We hebben de stekker uit onze Engelse website getrokken. En ik kan best een half uurtje eerder opstaan om mijn dagelijkse meditatie erin te houden. Ook als ik wel weer vroeg op pad mag om (yeah!) live met een groep te werken.
Doe je mee? Maken we van april nationale opruim-maand.
Smaakt dit blog naar meer? Lees dan ook de volgende blogs: