– hoe ruziënde Bonobo’s en Chimpansees samen wél stappen zetten Organisatie P: ‘Jongens, dit DT-voorstel is een aanfluiting! Hoe is het mogelijk dat dit ter tafel ligt? Dan hebben jullie toch gewoon zitten slapen? Hier ga ik echt mijn tijd echt niet aan besteden. Neem het maar mee terug naar de afdeling. Volgend agendapunt.’ Ruzies. […]
– hoe ruziënde Bonobo’s en Chimpansees samen wél stappen zetten
Organisatie P: ‘Jongens, dit DT-voorstel is een aanfluiting! Hoe is het mogelijk dat dit ter tafel ligt? Dan hebben jullie toch gewoon zitten slapen? Hier ga ik echt mijn tijd echt niet aan besteden. Neem het maar mee terug naar de afdeling. Volgend agendapunt.’
Ruzies. Conflicten. Deze organisatie is er goed in. Online én offline. Bij het minste of geringste springt er een bok op de haverkist. Of trommelt een van de Bokito’s dreigend op zijn borst.
Organisatie L: ‘Ja, er zitten nog wel wat haken en ogen aan dit DT-voorstel, maar Karin heeft er echt heel hard aan gewerkt, dus… Trouwens, hebben jullie meegekregen dat ze voor al haar teamleden vergeet-me-nietjes heeft besteld? Om ze door deze rare tijd heen te helpen. Typisch Karin’.
Iedereen in deze organisatie is poeslief tegen elkaar. Té lief om effectief te zijn. Als het spannend wordt, maakt iemand snel een grap. Of zijn ze extra lief voor elkaar.
En als dat even niet kan, dan redt iemand de situatie wel met een: ‘Laten we het wel gezellig/constructief/ professioneel houden.’
Relevante punten worden niet aangeraakt, maar vakkundig omheen gedanst.
Juist als je bezig bent met een verandering, gevraagd of ongevraagd, heb je een beetje van deze twee organisaties nodig.
Zowel de harde– als de harmonische lijn zijn knetterhard nodig om de boel in beweging te krijgen én te houden.Aan de ene kant wil, of moet je zelfs, iets voor elkaar krijgen. Beweging creëren waar deze er nu (nog) niet is. Maar tegelijk wil je ook verbinding en goede sfeer behouden. Met wat goed gaat, met elkaar. Harmonie is ook van belang.
Waar neig jij als eerste naar: de Power van organisatie P of de Love van organisatie L?
In iedere verandering zijn er momenten dat het niet gaat zoals je wilt. De hele situatie waarin we nu beland zijn met de uitbraak van het coronavirus is in die in een prachtig voorbeeld om mee te werken. Wat ga je doen?
Er ontstaat wrijving in het moeten dealen met de onverwachte wending. Ben jij dan een van de mensen die dat met beide handen aanpakt en het conflict opzoekt? Laat maar knallen?
Of ben je eerder geneigd om dan juist de mantel der liefde af te stoffen en overal overheen leggen? Te gaan sussen of bagatelliseren?
Is je neiging anders nu we zoveel meer online moeten samenwerken?
De bioloog Frans de Waal liet in Zomergasten fantastisch zien dat dit verschil ook bij apensoorten zichtbaar is.
Chimpansees lossen conflicten op door het uit te vechten. Letterlijk. Daar gaat het uiteindelijk over macht: wie is de baas?
Bonobo’s lossen gedoe juist op met fysiek contact om de band te herstellen, variërend van een aai tot een potje seks. Bij hen staat verbinding, de harmonie in de groep, voorop. Samen staan we sterk.
Dus als je kijkt naar jezelf, naar je organisatie en naar de manier waarop je een organisatieverandering reageert als het lastig wordt, wat staat dan bij jou voorop: Power, zoals bij de Chimpansees, of Love, zoals bij de Bonobo’s?
Het één is niet beter dan het ander. Ze hebben allebei hun waarde, en ze hebben beide hun valkuilen als je ze te eenzijdig inzet.
Teveel Power, zonder Love, maakt manipulatief en wordt macht over.
In extrema kom je dan op dictatorschap. Ook in organisaties. Precies genoeg Power is macht tot: je hebt het vermogen iets in gang te zetten, iets te laten gebeuren. Dat is de kracht van Power.
Dan heb je er voldoende Love bij: het vermogen om te verbinden. Om oog te hebben voor het geheel en om de wensen en belangen van anderen mee te nemen. Het goede gesprek kunnen voeren, waarin mensen zich op gemak voelen en open en eerlijk kunnen zijn.
Teveel Love zonder Power wordt apathisch en sentimenteel.
Dat wordt praten, praten en nog eens praten. Lucht verplaatsen zonder iets te doen. Het ongemak uit de weg gaan om de harmonie koste wat kost te bewaren. Waarmee je het nut van spanning kwijtraakt.
Zoals alléén begrip tonen, meebuigen met alles wat iedereen nodig heeft. Vermijden van het nemen van -soms spannende- besluiten.
Het wordt al snel vaag, abstract. En er verandert geen bal. Sterker nog: de spanning die je probeert te voorkomen, neemt alleen maar toe.
Je hebt ze beide nodig: als twee benen die je afwisselend inzet om soepel te kunnen lopen*.
Het gaat dus niét om balans in de zin van er precies tussenin gaan zitten. Waar het wél om gaat, is dat je ze soepel met elkaar afwisselt. Dat je ze in combinatie gebruikt, in een goed ritme. Af en toe zul je teveel op het ene been leunen en struikel je. Maar met oefening kun je leren soepel met beide benen te lopen of zelfs rennen.
In de persconferenties over het coronavirus zie je beide elementen heel mooi terugkomen. Waar een land als China voornamelijk inzet op Power met volledige lockdowns inclusief militair toezicht, de UK rond Pasen wat doorschoot richting Love (‘ja, even bij je ouders op bezoek kan natuurlijk wel, anders is het ook zo sneu’), zien we in Nederland over het algemeen een mooi evenwicht.
Heldere maatregelen, duidelijk en met autoriteit gebracht: ‘Dit is wat we gaan doen’. Geen discussie, wel uitleg waar nodig. Hoe minder ruimte voor interpretatie, hoe beter. Geen ongeveers of vage uitzonderingen. Anderhalve meter – helder. Jonge kinderen…. wie zijn dat? Tot en met 12 jaar – check.
Maar wel blijven luisteren, bijstellen als dat redelijk is. Ruimte en begrip voor de consequenties die dit meebrengt. Expliciete aandacht voor groepen in de samenleving die het nu extra zwaar hebben. Jezelf en je eigen struggles laten zien. Zonder daarmee de heldere kaders te laten varen omdat het zo ingewikkeld is.
* De analogie die Adam Kahane gebruikt in zijn boek Power and Love.
Lees ook: ‘Yessss, je gewoontes gaan eraan!’ – Gewoontes en liminaliteit in tijden van corona