The F-word. Sinds een klein jaar onderdeel van mijn dagelijkse realiteit. Forty years old. Dan ga je gekke dingen doen. Sommigen gaan trainen voor een sixpack. Anderen gaan lekker knutselen met fillers tegen rimpels. Of ineens stoere dingen doen, die vooral in the eye of the beholder stoer zijn. Motorrijden, sportklimmen, zwemmen met haaien. Ik […]
The F-word.
Sinds een klein jaar onderdeel van mijn dagelijkse realiteit.
Forty years old.
Dan ga je gekke dingen doen. Sommigen gaan trainen voor een sixpack. Anderen gaan lekker knutselen met fillers tegen rimpels.
Of ineens stoere dingen doen, die vooral in the eye of the beholder stoer zijn. Motorrijden, sportklimmen, zwemmen met haaien.
Ik niet. Sinds the F-word in mijn leven is, speel ik piano.
Nou ja, spelen. Ik kon in het begin geen C van een Fis onderscheiden.
Na het pijnlijke blokfluittalent van mijn lieve Grote Zus vond mijn moeder het wel welletjes met muziekles. Vette pech voor de jongste, ik dus.
Daarom zit ik nu elke woensdagmiddag bij Meester Ton mijn midlifecrises uit te stellen.
En elke week maak ik weer een klein stapje, leer ik nieuwe dingen.
Maar deze week kwam ik in volle vaart in een leer-dip: een stukje waar alles van in de knoop raakte. Ondanks braaf elke dag minimaal 5 minuten oefenen. Dan maar met hangende pootjes naar de meester: ‘het lukt me niet, maar ik moet dit toch kunnen….? ’ Zijn gouden tip: “Breek elke maat in kleine stukjes. Oefen elk stukje apart. Pas als dat he-le-maal vanzelf gaat, speel je de losse stukjes van die ene maat na elkaar. Herhaal dit tot het soepel gaat. Dan pas ga je door naar de volgende maat. Neem de tijd, rustig aan. In dit stuk komen twee dezelfde structuren steeds terug, ook al is het met andere noten. Dus als je de structuur eenmaal hebt, kun je dat ook met andere noten.” Ik probeer het gelijk. En ja hoor, kleine stapjes werken! Het klinkt al bijna een liedje.
Leren in kleine stapjes.
Gedrag oefenen waarvan je zeker weet dat je het kunt én dat je dichter bij je leerdoel gaat brengen.
Waar heb ik dat eerder gehoord…?
Ach ja, dat is hoe wij verandertrajecten aanvliegen. Een bijzonder effectieve manier om Veranderen 3.0 handen en voeten te geven.
Deze werkwijze hebben we verder uitgewerkt in ons Organisatie Ontwikkel Canvas. Een procesmodel dat (management-) teams of afdelingen helpt om tot ontwikkeling te komen én te blijven.
Het team benoemt een eigen ontwikkeldoel en ontwerpt experimenten om te onderzoeken, te ervaren en te leren van hoe dat doel in de praktijk te realiseren is. Een soort ‘Agile’ aanpak dus. Uiteraard wel passend binnen de kaders zoals de organisatie deze heeft gesteld. Elk onderdeel dat betrokken is bij het verandervraagstuk volgt daarmee zijn eigen ontwikkel-pad, ook al werken ze allemaal toe naar dezelfde gewenste uitkomst.
Leren door te doen dus.
Het canvas kun je downloaden op het besloten deel van onze kennisbank. Daar vind je twee versies: een invulversie om zelf mee aan de slag te gaan, en een versie waarin de onderdelen van het canvas heel in het kort worden toegelicht.
Ook voor dit canvas geldt: ga vooral ‘gewoon aan de slag’, maar niet zomaar. Er zit een berg theorie, kennis en ervaring onder dit simpele model. Veel teams kunnen er vrij snel zelf verder mee aan de slag. Maar: the devil is in the detail, ook hier.
Laat het ons weten als we je op weg kunnen helpen.