Context We zitten om tafel met een werkgroep onder leiding van het hoofd Financiën bij een kleinere zorgverzekeraar. Een aantal jaar geleden hebben we met hen gewerkt aan de teamontwikkeling en het opruimen van geëscaleerde ruzies. Er kwam een nieuwe leidinggevende en het traject met ons stopte. Nu is er een nieuw hoofd aangesteld, en […]
Context
We zitten om tafel met een werkgroep onder leiding van het hoofd Financiën bij een kleinere zorgverzekeraar. Een aantal jaar geleden hebben we met hen gewerkt aan de teamontwikkeling en het opruimen van geëscaleerde ruzies. Er kwam een nieuwe leidinggevende en het traject met ons stopte.
Nu is er een nieuw hoofd aangesteld, en niet zonder reden. De vorige heeft er, oneerbiedig gezegd, een puinhoop van gemaakt. Dat heeft ook de nodige schade aangericht in het team, het vertrouwen onderling en naar de leiding.
Tijdens het gesprek inventariseren we wat maakt dat ze ons weer gevraagd hebben om op gesprek te komen. Ze vertellen over de afgelopen jaren en blikken als vanzelf terug naar de tijd waarin we elkaar voor het laatst zagen.
Verontwaardigd roept één van de oudgedienden daarbij uit:
‘Lekker ook, we zijn nu twee jaar verder in de tijd, maar wij zijn nog geen steek verder. We zien op veel plekken nog steeds oud gedrag!’
Wij kijken elkaar aan. Een lichte glimlach vormt zich op ons gezicht.
‘Aha! Dus er is ook zoiets als nieuw gedrag….?’
‘Ja, op zich wel…..’, horen we. Vanaf dat moment krijgen we ook, zij het schoorvoetend, te horen wat ze intussen wel veranderd hebben.
Fractaal van het patroon
In deze organisatie zijn mensen geneigd om achterom te blijven kijken. Ze zien wel wat er (‘nog steeds!’) niet goed gaat, inclusief de verontwaardiging die daarbij hoort. Maar juist daardoor houden ze zelf mede de verandering tegen.
Alle nieuwe ‘kiempjes’ van wat wél in de goede richting gaat, trappen ze zo vakkundig plat. In elk geval krijgen ze geen zuurstof en aandacht; een beetje Pokon.
Wat ze niet zien is dat ze mét het benoemen van ‘oud gedrag’ erkennen dat er ook iets is als ’nieuw gedrag’. Wat dat precies is, hebben ze niet zo helder, doordat ze daar niet naar kijken. Het krijgt daarmee ook geen gelijke kans om zich verder te ontwikkelen. Terwijl het ‘oude gedrag’ juist alle aandacht krijgt.