“Ik wil medewerkers wel belonen voor wat goed gaat, maar daar hebben we geen budget voor”, verzucht Cor in een sessie. We hebben het over wat zij als management team kunnen doen om klantgericht werken tussen de oren te krijgen. De gedachte dat meer geld mensen motiveert om langer te werken, is hardnekkig. Zo komen […]
“Ik wil medewerkers wel belonen voor wat goed gaat, maar daar hebben we geen budget voor”, verzucht Cor in een sessie.
We hebben het over wat zij als management team kunnen doen om klantgericht werken tussen de oren te krijgen. De gedachte dat meer geld mensen motiveert om langer te werken, is hardnekkig.
Zo komen we er meer tegen: misvattingen over wat ons, als mensen, motiveert.
Tijd voor wat inzicht en inspiratie dus. Met vijf van die misvattingen op een rij. En wat je wél kunt doen om te motiveren.
Misvatting 1: Van meer keuzes hebben worden we gelukkiger
Een van de grote denkfouten in onze samenleving: geef mensen veel keuzes en opties, daar worden ze gelukkig van.
Het ‘cafetariamodel’ dat vaak wordt gebruikt in organisaties is een voorbeeld van deze gedachte in de (HR) praktijk gebracht.
Het is waar dat velen van ons vragen om keuzes. En dat we dénken dat we daar gelukkiger van worden.
Inmiddels is er veel onderzoek dat aantoont dat dit niet zo werkt. Dat kunnen kiezen uit een groot aanbod tot gevolg heeft dat mensen juist mínder blij zijn met de keuze die ze uiteindelijk maken. Zoals het experiment van Sheena Iyengar naar hoe tevreden mensen zijn na het kopen van een pot jam. Uit een groot aanbod of klein aanbod:
Eén van de plausibele verklaringen voor dit negatieve effect van veel keus, is dat er ook zoveel niét gekozen is. En dat daarmee de onzekerheid over de juistheid van de keuze veel groter blijft.
Wat wél werkt?
Geef een beperkte hoeveelheid keuzes. Zodat we wel het gevoel hebben dat we invloed hebben. En niet gefrustreerd raken dat we misschien niet ‘het beste’ hebben gekozen.
Misvatting 2: Als we meer geld verdienen, gaan we harder werken
“Als je mensen vraagt wat ze willen, zeggen ze allemaal dat ze meer salaris willen”. Het weerwoord van Cor op ons betoog dat je mensen op heel andere manieren dan met geld kunt belonen.
En inderdaad geven medewerkers vaak aan dat ze ook meer betaald zouden moeten worden voor wat ze doen. Wanneer gesprekken gaan over het ‘belonen’ van gewenste veranderingen, is geld het eerste waar men aan denkt. En daar zit de denkfout.
Geld is namelijk een zogenaamde dissatisfier, en geen satisfier. Ofwel in gewone mensentaal: als we er (voor ons gevoel) niet genoeg van hebben of krijgen in relatie tot wat we doen, maakt het ons ontevreden. Maar het is niet zo dat we als we meer geld krijgen, ook harder gaan werken. Boven een inkomen waarmee we ons redelijk kunnen redden levert meer geld niet meer geluk op.
Een mooi opgebouwde animatiefilm van RSA laat dit zien:
Wat werkt wel?
Mensen betrekken staat hoog op de lijst van motivatoren (en dan wel echt, dat er ook iets mee gebeurt wat ze herkennen),
op de voet gevolgd door persoonlijke aandacht voor behaalde successen. Zoals de handgeschreven notities die Douglas Conant schreef als CEO van de Campbell Soup Company.
Misvatting 3: Mensen willen vermaakt en verzorgd worden
Nog zo’n veelgehoorde uitspraak: “We moeten goed voor onze mensen zorgen en niet teveel vragen”.
Ook dit komt voort uit het tegenovergestelde: als je mensen stelselmatig overvraagt, raken ze gedemotiveerd.
Maar als er teveel voor ze gezorgd wordt, en ze ‘ontzorgd’ worden (een mooie term die in de zorg nogal eens geuit wordt als nobel streven), worden ze minder gelukkig en komt er steeds minder uit hun handen.
Wat werkt wél?
Mensen blijken veel gelukkiger en gemotiveerder wanneer ze het gevoel hebben dat ze ergens moeite voor gedaan hebben en het gelukt is.
Dit zorgt voor een ‘sense of achievement’. Op het optimale punt, waar het niveau van uitdaging op de top ligt van het niveau van je kunnen (je competentie), bereik je de Flow waar Mihaly Csikszentmihalyi over spreekt.
Geef mensen dus vooral zelf het heft in handen en daag ze uit. En dan nét niet teveel….!
Misvatting 4: De ruimte waar we in werken maakt niet zoveel uit
Mirjam, een klanten met wie we bezig zijn de locatie te boeken voor een workshop: “Het maakt natuurlijk ook niet zoveel uit waar we zijn; als er maar voldoende ruimte is. En niet te ver weg”.
Er is echter steeds meer bewijs dat de ruimte waarin we werken de effectiviteit van ons werk in hoge mate beinvloedt. Het gaat dan om bijvoorbeeld de omvang, de hoogte, de kleuren, het licht, de inrichting, etc.
Het is niet alleen een kwestie van ‘lekker comfortabel’ zijn, het vertaalt zich direct door in betere resultaten.
Wat werkt wel?
Kies je ruimte met zorg:
- In hoge ruimtes kunnen mensen beter nadenken over visie en een ‘helicopter-view’ innemen.
- Als je een stuk wilt schrijven, helpt het juist om in een afgesloten en vrij lage ruimte te zijn.
- Kleuren bepalen veel van ons gemoed.
- Er zijn zelfs experimenten binnen scholen met verschillende typen verlichting bij verschillende taken: energiegevend licht, concentratielicht, etc. Alleen de intensiteit van het licht wordt daar aangepast.
De ruimte waarin we ons bevinden, beïnvloedt dus wel degelijk ons denken en welzijn en daarmee het resultaat dat we bereiken.
Metaforen geven vaak een vrij letterlijke indicatie van wat werkt. Zo helpt het om ergens ‘grip op te krijgen’ om spullen ook dichtbij te hebben.
En is het makkelijker om keuzes te maken als je ze letterlijk, fysiek, verder uit elkaar legt.
Misvatting 5. Als we begrijpen hoe het werkt, gaan we het wel anders doen
Bijna iedere vraag van een klant start met de vraag “hoe kan het toch dat het nu is zoals het is, hoe komt dat?”.
Of het gaat om een organisatie die een cultuurverandering wil doormaken, een team dat niet lekker loopt of een individu die coaching wil. Allemaal starten ze daar mee: hoe is het zover gekomen?
En de meeste advies- en coachingsmethodieken zijn erop gericht om eerst goed te weten wat het probleem is, wat het veroorzaakt heeft. Een analyse van een probleem. En het probleem achter het probleem.
De illusie is dat je er pas iets aan kunt doen als je het snapt.
De realiteit is dat als je begrijpen hoe iets werkt, hoe een ongewenste situatie is ontstaan, je nog steeds niets meer dan dat weet: hoe het zo gekomen is….
Waarna je geen steek verder bent. En blijf je meestal exact hetzelfde doen. Of vind je een oplossing die op dezelfde structuur is gebaseerd als het probleem.
Met intussen een energieniveau onder het nulpunt.
Want weinig is zo demotiverend als uitgebreid stilstaan bij hoe het allemaal zo mis heeft kunnen lopen.
Je richt de aandacht daarmee bovendien op een ‘schuldbekentenis’, wat al helemaal niet gemakkelijk is.
Wat werkt wel?
Draai het om: ga eerst aan de slag met wat je wél wilt, waar je naartoe wilt, hoe je wilt dat het gaat zijn: wat zou je willen dat er gaat gebeuren?
Ontwikkel dat, pak het uit, analyseer hoe dat werkt… Verzamel de energie die daar in zit. Geef het minstens net zoveel aandacht als je met een probleem zou doen.
En vraag daarna pas: En wat is er nodig om dit te realiseren?
Soms is het nodig om dan nog enkele obstakels in beeld te krijgen en om te buigen. Maar veel is al in de gewenste beweging gebracht door alleen het richten van de aandacht!
Wat motiveert nog meer?
Wil je meer weten over wat mensen motiveert? En over hoe je jouw gewenste verandering kunt realiseren? Neem contact met ons voor een ‘Pick our Brain’-sessie of een vrijblijvende kennismaking.
Het toepassen van alles wat wij hierover weten en blijven ontdekken op echte situaties: dat is wat óns dan weer motiveert.
Bij de eerste vier misvattingen (tof filmpje bij de tweede), zie ik vooral ook vergelijkbare opvattingen vanuit breinleren en biomimicry. Maar die laatste vind ik dan nog wel het belangrijkst en is iets wat ik echt van jullie geleerd heb en nog vaak quote om anderen te proberen ermee te helpen. DANK!
Leuk om te horen dat die je zo is bijgebleven.
En de grap vind ik dan wel weer dat velen van ons ook dat principe weer eerst willen begrijpen voor we ons eraan over durven te geven. Mooi congruent he?